Nieuw controlebeleid van StiPP
De afgelopen maanden is er achter de schermen veel gebeurd ten aanzien van de manier waarop pensioenfonds StiPP controleert en enorme naheffingen oplegt. Hoe zijn de ontwikkelingen?
Door Henk Geurtsen, oprichter en partner van Experts in Flex
Anders controleren door de SNCU
Vanuit mijn contacten met de SNCU bleek begin juni van dit jaar dat er in opdracht van StiPP op een andere manier gecontroleerd moest gaan worden of de juiste pensioenpremies waren afgedragen aan StiPP. Niet dat er een wijziging is geweest in de pensioengrondslag of de reglementen, maar de data van StiPP over aangiftes bij andere uitzendorganisaties zou meegenomen gaan worden in de controles, iets wat nog nooit was gebeurd. Het gevolg hiervan was dat uitzendbureaus niet meer uit zouden mogen gaan van een door de uitzendkracht ingevulde en ondertekende verklaring over het pensioenverleden.
Impact van deze maatregel
Gedurende de zomer ontving ik van bezorgde en geschrokken uitzendbureaus de eerste rapporten toegestuurd, waarbij de effecten zichtbaar werden van deze manier van controleren. Die effecten logen er niet om: via de methode van extrapoleren die altijd wordt toegepast bij SNCU-controles bleek dat de naheffing aan StiPP-premie 3-5% van de totale loonsom over 2022 bedroeg. En dit was nog exclusief de boete van 20% die altijd wordt opgelegd.
Verklaring pensioenverleden
Je zou dan denken dat het om uitzendbureaus gaat die nagelaten hebben om bij de uitzendkrachten hun pensioenverleden na te vragen, maar niets is minder waar. De uitzendkrachten hadden schriftelijk verklaard wat de situatie bij hen was ten aanzien van het arbeids- en vooral in dit geval van belang, hun pensioenverleden.
Data van StiPP
Volgens de controlerapporten bleek uit de data van de StiPP dat in meerdere gevallen, in de steekproef, de uitzendkrachten wel degelijk een pensioenverleden hadden bij de StiPP. Of dat ook echt zo was heb ik nooit kunnen vaststellen, omdat de data die de controleurs ter beschikking hadden, niet beschikbaar is gesteld.
Gevoerd verweer
Bij de dossiers die ik in behandeling heb genomen, is een uitgebreid en goed onderbouwd verweer gevoerd. De kern van het verweer was dat de uitzendbureaus niet in gebreke zijn geweest, want er is een schriftelijke verklaring verstrekt door de uitzendkrachten over hun pensioenverleden en daarmee is voldaan aan art. 12 lid 5 van de ABU/NBBU-cao, inclusief de verwijzing naar art. 4 lid 3 van die cao.
In art. 4 lid 3 van de ABU/NBBU-cao wordt expliciet benoemd dat het de plicht is van de uitzendkracht om informatie te verstrekken over pensioendeelname bij vorige werkgever(s) in verband met de beoordeling of de pensioenopbouw meteen moet worden voortgezet.
Definitief controlerapport
In de definitieve controlerapporten bleven de torenhoge extrapolaties gewoon in stand. Mijn verweer werd niet gehonoreerd en uitsluitend als bijlage toegevoegd aan het controlerapport. Dit begrijp ik wel en had ik ook verwacht. Het was niet aan de SNCU en de controleurs om hierin een standpunt in te nemen. Die bal lag bij StiPP. Ik ben vervolgens allerlei contacten gaan leggen om dit onderwerp verder bespreekbaar te maken.
De situatie nu
StiPP heeft mij schriftelijk bevestigd hoe er omgegaan gaat worden met de “fouten” die geconstateerd zijn en nog gaan worden bij SNCU-controles.
“De werkgever kan vanzelfsprekend de geconstateerde afwijkingen over 2022 corrigeren, zodat de deelnemer wel het juiste pensioen opbouwt. StiPP legt geen sancties op bij het onjuist toepassen van het arbeidsverleden over het jaar 2022.
Voor 2023 geldt dat StiPP wel zal handhaven op het onjuist toepassen van het arbeidsverleden. Het overzicht pensioenverleden dat de werkgever bij StiPP kan opvragen helpt de werkgever om na te gaan of de werknemers in de juiste regeling zijn aangemeld. Dit zorgt ervoor dat een werkgever goed in staat zou moeten zijn om te onderzoeken in welke pensioenregeling een werknemer moet worden aangemeld.”
Dit betekent dat voor het “verleden” de kou uit de lucht is. Er volgen geen naheffingen en boetes als blijkt dat er niet op de juiste manier rekening is gehouden met het pensioenverleden van de uitzendkrachten.
Actie bij elke uitzendorganisatie noodzakelijk
Kan er nu achterover worden geleund door de uitzendbureaus? Nee, alles behalve dat!
Met terugwerkende kracht naar 1 januari 2023 zal StiPP wel gaan handhaven op basis van de bij StiPP bekende informatie over het arbeidsverleden. Uiteraard doet zich dan nog steeds de vraag voor of dit juridisch haalbaar is, omdat StiPP daarover de werkgevers niet vooraf actief heeft geïnformeerd, maar het zal er niet eenvoudiger op worden om die strijd te winnen. StiPP zal, denk ik, daar in ieder geval niet in meegaan en het indien nodig op een rechtszaak aan laten komen.
Wat te doen?
Dit is zeker een van de onderwerpen die ik zal bespreken tijdens het FlexFuture-event op 16 november a.s.