Derde Nederlanders is bereid meer te werken als flexibeler werken mogelijk is
Ruim een derde (36%) van de werkende Nederlanders is bereid meer uren te werken wanneer er ruimte is om flexibeler te werken dan nu het geval is. Dit blijkt uit onderzoek over de werk-privébalans van werkend Nederland van HR-dienstverlener Protime. Het is vooral Gen Z die er zo in staat: 50 procent van hen kijkt er zo tegenaan, bij de oudere generaties is dit gemiddeld slechts 34 procent.
Nu al wel volop flexibel werken
Het is niet zo dat Nederlanders nu niet de mogelijkheid hebben om flexibel te werken. Zo krijgt 58 procent van werkend Nederland de ruimte om zijn werktijden flexibel in te delen. Het zijn voornamelijk mensen met een kantoorbaan waarvoor dit geldt (74%). Van de mensen zonder kantoorbaan zegt 38 procent deze vrijheid te hebben. Toch is dat nog niet genoeg: 43 procent van werkend Nederland zou graag meer zeggenschap hebben in hun werktijden en -dagen. Het is opnieuw Gen Z die dit sterker ervaart dan de andere generaties, respectievelijk 51 en 41 procent.
Flexibele werktijden niet altijd heilige graal
De mogelijkheid tot flexibel werken wordt vandaag de dag veelal gepresenteerd als de oplossing voor de huidige arbeidsmarktkrapte. Toch blijkt het niet voor iedere Nederlander de heilige graal te zijn. Zo zegt 22 procent flexibele werktijden niet belangrijk te vinden. Deze groep ziet het wellicht vooral als een lokkertje voor de starters op de arbeidsmarkt: 63 procent gelooft dan ook dat vooral de jongere generaties interesse hebben in flexibele werktijden.
Over het algemeen tevreden
Ondanks de wens voor meer flexibiliteit is het niet zo dat men nu niet blij is met hoe het gaat. Maar liefst 84 procent van de werkende Nederlanders is tevreden met zijn werktijden en -dagen. Ook hier zien we een verschil tussen Gen Z en andere generaties: respectievelijk 75 en 85 procent.
Lucas Polman, directeur Nederland bij Protime: “Flexibel werken is al jaren onderwerp van gesprek. Het werd vaak bestempeld als ‘geen-9-tot-5-mentaliteit’, maar die uitdrukking wordt inmiddels juist weer gezien als een teken van een werkplek waar overwerken heel normaal is.”
“Wat in elk geval duidelijk is sinds de coronacrisis, is dat werknemers heel goed zelf kunnen bepalen waar en wanneer zij het beste werken. Werkgevers doen er goed aan om te kijken binnen welke kaders hun personeel moet bewegen, want het is bijvoorbeeld niet voor ieder beroep mogelijk om vanuit huis te werken, en ze daarbuiten helemaal vrij te laten. Dat geeft werkenden autonomie, waardoor ze meer eigenaarschap over hun werk zullen voelen en laat hen werken op de momenten of plaatsen waar zij het meest productief zijn.”
Bron: Protime, 28 september 2023