Arbeidsmarktprognose UWV: bevolkingsgroei zorgt voor bescheiden banengroei
Uit de jaarlijkse arbeidsmarktprognose van UWV blijkt dat de verwachte bevolkingsgroei voor de komende twee jaren ook een lichte banengroei met zich meebrengt. Wel zal deze groei kleiner zijn dan in de afgelopen twee jaar. Factoren zoals de locatie en de sectorstructuur spelen maar een kleine rol in deze verwachte banengroei.
Dat de Nederlandse bevolking de komende jaren licht blijft groeien, zorgt ook voor iets meer banen, zo voorspelt het UWV in zijn jaarlijkse arbeidsmarktprognose.
Volgens het onderzoek van UWV zal die banengroei het grootst zijn in de centraal gelegen regio’s tot en met 2024. UWV verwacht een gemiddelde groei van iets minder dan één procent. Naar verwachting groeit het aantal banen in 2023 nog met 1,4 procent, maar in 2024 maar met een bescheiden 0,5 procent. UWV verklaart deze kleine groei door de lagere economische groei en aanhoudende personeelskrapte.
Groei banen per sector
De sectoren met de minst gunstige banenontwikkeling door deze matige groei zijn de industrie, bouwnijverheid, landbouw en de financiële dienstverlening. Informatie & communicatie, zorg & welzijn en zakelijke diensten gaan qua banenontwikkeling juist vooruit volgens het onderzoek.
Grootste banengroei in Groot-Amsterdam en Flevoland
De grootste groei vindt plaats in de centrale arbeidsregio’s Groot-Amsterdam (+0,6 procent) en Flevoland (+0,6 procent). De regio’s met de laagste groei, die zelfs negatief is, zijn Limburg, Drenthe en de Achterhoek. Daar schommelt het percentage tussen de -0,8 en -0,6.
Relatie bevolkingsgroei en banengroei
Dit is te verklaren door de bevolkingsgroei van 18- tot 66-jarigen. Deze groep groeit het meest in de centraal gelegen regio’s van Nederland. Hierdoor neemt de potentiële afzetmarkt voor diensten en producten toe, maar ook het arbeidsaanbod. De regio’s met een lage groei, kennen juist een kleinere bevolkingsgroei, waardoor ook de afzetmarkt en het arbeidsaanbod zich minder uitbreiden.
Relatie sectorstructuur en banengroei
Over de sectorstructuur zegt Sake Wagenaar van het UWV in een artikel van ESB het volgende: “De sectorstructuur heeft een veel kleiner effect dan de bevolkingsgroei, maar draagt in Groot Amsterdam en Flevoland in lichte mate bij aan de verwachte banengroei. In de regio’s met de laagste banengroei heeft de sectorstructuur een licht negatief effect.”
Relatie locatiefactoren en banengroei
Locatiefactoren, waarvan ESB als voorbeelden de ligging en een goed opgeleide beroepsbevolking geeft, hebben een kleine maar wel positieve invloed op de banengroei in Groot Amsterdam en Flevoland. Deze locatiefactoren compenseren ook de negatieve effecten van de bevolkingsgroei in de laagstscorende regio’s een beetje. Opvallend is dat hier het aantal werknemersbanen relatief gezien harder groeit dan de 18- tot 66-jarige bevolking.
Bron: UWV