+31 88 1888150 | planning@jenz.nl
JenZ logo
Nieuws

Wet Meer zekerheid flexwerkers in consultatie, status onduidelijk.

Op zondagavond, twee dagen na de val van het kabinet, heeft minister Van Gennip (SZW) het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers in internetconsultatie laten gaan. Deze wet verbiedt nulurencontracten, beperkt oproep- en uitzendcontracten en moet draaideurconstructies tegengaan. De timing is pikant, de minister probeert hiermee verdere vertraging te voorkomen. Of dat lukt, is nog maar de vraag.

Door Arthur Lubbers, redacteur

Iedereen kan tot 4 september 2023 reageren op het wetsvoorstel.

De wet Meer zekerheid flexwerkers omvat enkele maatregelen uit het pakket dat minister Van Gennip dit voorjaar bekendgemaakte. Die plannen kondigde zij in de zomer van 2022 al aan in haar Kamerbrief over Hoofdlijnen Arbeidsmarkt. En dat ligt weer in lijn met de aanbevelingen van de Commissie Borstlap en het SER MLT-advies.

Wet Meer zekerheid flexwerkers
Met deze wet wil Van Gennip een deel van haar plannen voor hervorming van de arbeidsmarkt doorvoeren. De wet Meer zekerheid flexwerkers spits zich toe op het oproepcontract, het inperken van tijdelijke contracten en het inkorten van de uitzendfasen.

Oproepcontract wordt basiscontract
In dit wetsvoorstel worden nulurencontracten afgeschaft. Er komen (vaste en tijdelijke) basiscontracten met een minimumaantal uur waarvoor werkenden worden ingeroosterd en betaald krijgen. Ook wordt er een norm gesteld aan de extra beschikbaarheid. Werkenden zijn verplicht om een bepaald aantal uur boven het minimum beschikbaar te zijn (maximaal 130 procent van het minimum aantal uren). Maar buiten de afgesproken werktijden is geen verplichting om te komen werken.

Om werkgevers te stimuleren mensen op een basiscontract te laten doorstromen naar een vast contract, is het voornemen om het basiscontract voor onbepaalde tijd onder de lage WW-premie te brengen. Dan zijn werkgevers dus minder kwijt aan premies.

Draaideurconstructies voorkomen
Het doel van de wet is ook ‘draaideurconstructies’ voorkomen. Na 3 jaar of na 3 aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever verdient een werknemer een vast contract. Dit is geregeld in de zogenoemde ketenbepaling. Gebeurt dat niet, dan geldt een tussenpoos van 5 jaar waarna een werkgever weer iemand tijdelijk in dienst kan nemen. Nu mag dat nog na 6 maanden ‘pauze’. De termijn van 5 jaar geldt straks ook bij fase A en B bij uitzenden.

Uitzendfasen verkort
In deze wet staat ook dat uitzendkrachten eerder een contract met meer zekerheid krijgen. De uitzendfasen worden verkort: fase A gaat van 78 weken naar 52 weken en fase B van 6 contracten in 4 jaar naar 6 contracten in 2 jaar. Na deze periode moet de uitzendkracht een vast contract krijgen bij het uitzendbureau.
Dit staat overigens al in Uitzend CAO.

Uitzonderingen scholieren en seizoensarbeid
Voor scholieren en studenten met een bijbaan gelden straks andere regels. Zo mogen zij op oproepbasis blijven werken. Verder blijft voor scholieren van 18 jaar en ouder en studenten met een bijbaan straks een korte onderbrekingstermijn van 6 maanden gelden. Dit geldt ook voor scholieren en studenten die uitzendwerk doen in zowel Fase A als Fase B.

Ook voor seizoensarbeid blijft een uitzondering gelden, omdat dit werk niet het hele jaar door gedaan kan worden. Per cao kan een onderbrekingstermijn van 3 maanden worden afgesproken voor functies die maximaal 9 maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend. Denk aan functies die afhankelijk zijn van een seizoen, zoals in de culturele sector of sport.

(Niet) controversieel
Het in consultatie laten gaan van de wet Meer zekerheid flexwerkers komt twee dagen na de val van het kabinet. Dat maakt het onzeker of de wet verder behandeld wordt. Veel van de beleidsonderwerpen van dit kabinet zullen door de Kamer controversieel verklaard worden.

In de Tweede Kamer is er een grote meerderheid voor de arbeidsmarktplannen van Van Gennip, zo blijkt uit eerdere debatten. Mogelijk dat dit er toe kan leiden dat dit  wetsvoorstel daarom toch verder behandeld gaat worden. Maar niets is zeker op dit moment in Den Haag. Pas op 12 september wordt bekend welke dossiers controversieel worden verklaard.

Certificeringsplicht verder vertraagd?
Onzekerheid is er ook voor de certificeringsplicht voor uitzenders die per 1 januari 2025 in zou moeten gaan. Dit is sowieso al vertraagd. Na forse kritiek van de Raad van State (RvS) wil minister Van Gennip na de zomer met een aanpassing van het wetsvoorstel komen. Of de val van het kabinet leidt tot nog meer vertraging in de certificeringsplicht is op dit moment dus onzeker.

Lees ook: Wetten arbeidsmarkthervorming Rutte IV: de inkt is bijna droog, de handtekening blijft uit